donderdag 26 april 2018

Cliché

Foto: Isa Jansen
Om maar eens een cliché te gebruiken: geluk zit in kleine dingen.
In het ontwaken bij het geluid van tjilpende vogels. In het uitlaten van de hond zonder je schrap te hoeven zetten tegen kou/ wind en/ of regen. In de simpele kledingkeuze: een T-shirt.

In de zonnestralen op je huid. In dat witbiertje in de tuin. In het vrolijke gemoed van de medemens. In die spontane barbecue met het gezin.

In dat steekijsje voor een euro. In voetbaltraining geven in de korte broek.

In het lengen van de dag.

In een zonovergoten week als de vorige regent het voor mij geluksmomenten. Toch wil ik ook in zo’n week wel eens mopperen of chagrijnig zijn. Maar dat is niet echt. Ik doe alsof. Omdat een ander gezegde wil dat overdaad schaadt, te veel van iets schadelijk is.

En ik wil mijn geluk niet verspelen...

25 april 2018 gepubliceerd in de HS-krant

donderdag 19 april 2018

Gevoelsmens

Foto: Pixabay
‘Iemand die in zijn doen en laten meer bestuurd wordt door het gevoel dan door het koele verstand.’

Aldus omschrijft Van Dale het woord ‘gevoelsmens’. Weinigen zullen mij als zodanig typeren. Terecht, dunkt me. Ik ben meer van het wikken en wegen (piekeren) dan van het impulsief handelen.

In het ‘normale leven’ in ieder geval. Tijdens het sporten ligt de emotie wat (veel) dichter aan de oppervlakte. Zeker in mijn jeugdjaren wilde ik nog wel eens ondoordacht handelen. Meer dan eens ben ik als ukkie huilend van het voetbalveld gekomen. Ook wilde ik nog wel eens met mijn tennisracket gooien (smijten) als het niet naar behoren ging.

Met het verstrijken der jaren ben ik echter ook waar het de sport betreft (veel) rustiger geworden. Ik gooi niet meer met slippers of afstandsbedieningen in de richting van de televisie bij een nederlaag van het Nederlands Elftal. En ook als trainer/ coach van een jeugdvoetbalteam schiet ik niet meer om de haverklap uit mijn slof.

Dit betekent niet dat ik gevoelloos geworden ben. Dat bleek zondag wel toen twee van ‘mijn jongens’ mochten debuteren in het eerste elftal. Ik was trots als een aap met zeven…

En dáár schaam ik me niet voor!

18 april 2018 gepubliceerd in de HS-krant

donderdag 12 april 2018

Ondernemend

Steven Klein Nijenhuis. Foto: Marc Jansen
Wat hebben Steven Klein Nijenhuis, Jordi Hillenga en Max Holthausen gemeen?

Inderdaad, ze timmeren alle drie behoorlijk aan de weg. Steven Klein Nijenhuis runt het enige Groninger restaurant met een Michelinster. Jordi Hillenga bedacht (en verkocht) de pizza-automaat, waardoor hij in 2016 tot de 25 meest veelbelovende ondernemers onder de 25 jaar werd gerekend. Max Holthausen werd dankzij zijn Hesla, een Tesla op waterstof, genomineerd voor de titel ‘Groninger van het Jaar’.

Nog een overeenkomst: geen van deze drie oud-leerlingen van het dr. Aletta Jacobs College rondde een vervolgopleiding af. Maar het gaat te ver om te spreken van een oorzakelijk verband. Ze zijn niet succesvol omdat ze zijn gestopt met school. Ze zijn succesvol ook al zijn ze gestopt met school. Klein Nijenhuis, Hillenga en Holthausen zijn de uitzonderingen die de regel bevestigen.

De drie danken hun succes voor een heel belangrijk deel aan een voor het ondernemerschap essentiële eigenschap: ze zijn letterlijk ondernemend. Steven Klein Nijenhuis startte zijn carrière in de horeca om geld te verdienen voor een wereldreis. Onderweg maakte hij kennis met de kruiden en bereidingen uit het Verre Oosten, tegenwoordig een pijler van zijn kookstijl. Max Holthausen was nog maar een puber toe hij een telefoon- en tabletreparatiedrijf startte. Jordi Hillinga verkocht al op zijn achtste dvd’s.

Daarom ben ik niet van plan mijn kinderen te adviseren na ‘het Aletta’ te stoppen met school. Zij zijn niet zó ondernemend. Zullen ze wel van hun vader hebben…

11 april 2018 gepubliceerd in de HS-krant

donderdag 5 april 2018

Appels en peren? |

Beeld: Pixabay
Het hart van een leeuw.
De longen van een renpaard.
Een kop van beton.

NOS-commentator Herbert Dijkstra kwam zondag superlatieven tekort om de 33-jarige Nikki Terpstra te typeren.

Terecht. Terpstra had zojuist op indrukwekkende wijze de Ronde van Vlaanderen gewonnen. De Noord-Hollander kwam alleen over de streep na een solo van 18 kilometer.

Meest memorabel moment voor mij (als televisiekijker) was Terpsta’s blik toen hij achter de Italiaan Nibali, die vanuit de achtervolgende groep de jump naar de kopgroep wilde maken, aanreed. Wie ooit het begrip ‘focus’ wil verbeelden, kan dat moment gebruiken. Nadere uitleg is dan niet meer nodig.

Minstens zo veelzeggend was een moment kort na de finish. Terpstra was als winnaar verplicht op te draven voor een ‘flash-interview’, een kort interview. Draven zat er echter niet meer in. Ondersteund door een soigneur (denk ik), kon hij zich ternauwernood staande houden. De man was overduidelijk steen- en steenkapot na bijna zesenhalf uur ‘koers’.

Ik moest toen even denken aan de enkele maanden oudere Robin van Persie. De Feyenoord-vedette zag dezelfde dag vanaf de tribune hoe zijn club met 5-0 won van stadgenoot Excelsior. Vanaf de tribune… Van Persie was nog niet hersteld van iets meer dan een halve wedstrijd voetballen tegen PEC Zwolle twee weken eerder.

Nikki Terpstra reed vier dagen voor de Ronde van Vlaanderen nog een andere koers, Dwars door Vlaanderen (180,5 kilometer). Hij finishte – na ruim vier uur – als negende…

Of is dit appels met peren vergelijken?

4 april 2018 gepubliceerd in de HS-krant