donderdag 28 augustus 2014

Diagnose

Het was deze maand precies 20 jaar geleden. 

In de warming-up voor een voetbalwedstrijd tegen Appingedam schoot het in mijn lies en moest ik besluiten de wedstrijd te laten schieten.

In de 2 decennia die volgden heb ik altijd liesklachten gehouden. Aanvankelijk uitsluitend tijdens voetbalwedstrijden en in de eerste uren erna. Maar na verloop van tijd hield de pijn steeds langer aan en kreeg ik ook last bij bijvoorbeeld het hardlopen en het tennissen.

En tegenwoordig heb ik altijd pijn. Niet alleen als ik tegen een bal trap, maar ook als ik de hond uitlaat of mijn veters strik. Zelfs slapen lukt niet altijd pijnvrij.

Toch heb ik heb ik het medische traject jaren gemeden. Omdat het behoorlijk frustrerend was keer op keer te horen dat ‘ze’ – huisarts, sportarts of fysiotherapeut – niets konden vinden, terwijl ik wel ‘gewoon’ pijn had.

Heupinklemming

De vele opmerkingen over mijn inmiddels opmerkelijke motoriek – ik schreef er eerder over – beu, ben ik vorige week echter toch maar weer eens naar de huisarts gegaan. En, doorverwezen naar het Universitair Medisch Centrum Groningen, werd zelfs een diagnose gesteld: Femoro-Acetabulair Impingement ofwel heupinklemming.

Vervelend? Nee, ik vind het juist heerlijk te lezen dat ‘schade in het heupgewricht door heupinklemming vak tot pijn in of rond de lies leidt. Soms wordt er een plotse schietende pijn ervaren bij bepaalde bewegingen zoals rechtkomen uit een diepe zetel of in en uit de auto stappen. Soms is er eerder een zeurende last rond de lies, soms ook ‘s nachts.’

Ik heb me dus niet aangesteld…

Nu nog een oplossing. Laten we hopen dat die niet 20 jaar op zich laat wachten.

27 Augustus 2014 gepubliceerd in de HS-krant.

donderdag 21 augustus 2014

Klopt, inderdaad

De balt rolt weer.

Op het moment van schrijven hebben we er al zeven trainingen én een wedstrijd op zitten. En hebben kleine ergernissen – vergelijken met vorige lichtingen is voor de hand liggend maar zeker niet verstandig – al weer plaatsgemaakt voor het grote genieten.

Het is namelijk fantastisch te zien hoe negen tot twaalf (de groep van dertien is nog niet compleet geweest) jongens van 10, 11 en 12 jaar bereid zijn drie keer per week te ‘investeren’ in hun sterke en mindere punten.

Van die sterke punten sta ik soms nog wel eens te kijken. Ik vind het namelijk onvoorstelbaar hoe goed sommige jongens in eerder vermelde leeftijdscategorie al kunnen voetballen, hoe ‘volwassen’ ze bij tijd en wijlen al zijn. Hoe ze onder druk de juiste keuzes maken, technisch soms bijna perfect zijn en ondertussen jeugdig enthousiast blijven…

Waarschijnlijk erger ik me daarom zo aan de heren Genee, Derksen en Van der Gijp, het vaste ‘panel’ van het televisieprogramma Voetbal International.

Onder druk maken ze verkeerde keuzes; lopen ze weg of zeiken ze elkaar af in een column.

Technisch perfect zijn ze evenmin. Al valt dat de oud-voetballers Van der Gijp en Derksen misschien niet te verwijten.

En jeugdig enthousiast zijn ze al lang, heel lang niet meer.

‘Klopt, inderdaad’, zou Genee zeggen…

donderdag 14 augustus 2014

Good guy - bad guy

Sylvester Stallone als 'good guy' Rocky.
Ik begrijp niets van het krachtenspel in en rond Israël. En ik probeer het ook niet te snappen. Daar ben ik lang geleden mee gestopt.

Net zomin begrijp ik iets van het handelen van ISIS in Noord-Irak of van de acties van pro-Russische seperatisten in Oekraïne.

Vroeger sloot ik me gewoon af voor dergelijk nieuws. Liet ik me niet raken door alle ellende zover van huis.

Maar nu lukt dat niet meer. Tegenwoordig is ver weg al lang geen ver-van-mijn-bed-show meer. Immers, pro-Palestina-activisten en anti-ISIS-betogers komen elkaar tegen op straat. Gewoon in Nederland. En pro-Russische separatisten schieten ‘zomaar’ een vliegtuig met bijna tweehonderd Nederlanders uit de lucht.

Was alles maar zo simpel als in de films van Sylvester Stallone; ik heb vorige week – samen met mijn 12-jarige zoon – alle ‘Rocky’-films gezien. De plot van deze films: good guy versus bad guy. En good guy wint…

Ik zou niet weten wie in het echte leven de good guys zijn en wie de bad guys…

donderdag 7 augustus 2014

Dichtbij een rode paal

Golf op Terschelling. Foto: Erwin van der Wal
Ik houd van balspelletjes/ – sporten. Voetballen, tennissen, tafeltennissen, volleyballen; noem een balsport en ik vind haar leuk.

Zo ook golf. Het is al 15 jaar geleden dat ik een tiental lessen nam en mijn ‘baanpermissie’ haalde in Veendam. Zelfs enige aanleg kon me niet ontzegd worden (denk ik). Toch is het nooit ‘mijn sport’ geworden.

Als reden voer ik doorgaans aan dat het me aan de tijd – een rondje golf duurt al gauw een uur of vier – en/ of de financiële middelen ontbreekt.

De échte reden is dat ik me niet thuis voel op en rond de golfbaan. Ik kan me niet ontspannen tussen al die grote auto’s op de parkeerterreinen, gesteven pantalons, keurige poloshirts, tassen vol dure stokken (clubs) en kretologie als ‘fore!’ in plaats van ‘pas op!’.

De sport (of het milieu) past me niet. Net zomin als brogues me passen. Ik draag liever sneakers…

Tijdens mijn vakantie heb ik echter toch weer eens gegolfd. Voor het eerst in jaren. Op een door Golfclub Terschelling uitgezette ‘baan’ op het strand en in de duinrand van Midsland aan Zee.

En ik vond het geweldig! Omdat de sport er tot haar essentie teruggebracht is: een bal in zo weinig mogelijk slagen dichtbij een hoge rode paal (in plaats van een hole) slaan. Zonder etiquette, met de wind als voornaamste hindernis en gekleed in korte broek, T-shirtje en slippers/ sneakers.

Geheel ontspannen een fantastische bal slaan. Veel beter wordt het niet.

‘Ping…’