donderdag 27 september 2018

E-bike

Toen we enige tijd geleden schreven dat elektrische fietsen steeds populairder worden, óók bij jonge(re) mensen, was de kritiek niet mals.

De criticasters vonden het maar niets zo’n e-bike. Misschien voor oudere mensen, of mensen met wat fysieke ongemakken, maar zeker niet voor gezonde, fitte, jonge mensen, meenden zij. Gewoon fietsen, geen aanstellerij. Niet lullen, maar poetsen... Zoiets.

Ik had op dat moment nog geen mening over e-bikes. Ik had nog nooit op een e-bike gereden. Ik was hoogstens in de veronderstelling dat fietsen op een e-bike nog maar weinig met fietsen te maken heeft. Ik meende het te kunnen vergelijken met rijden op een snorfiets.

Een vakantie op een van de Waddeneilanden later, weer ik beter. Op ons vakantieadres stond zo’n e-bike, gratis te gebruiken. En ik moet toegeven: ik vond het een hele ervaring. Ik heb heerlijk gefietst. Gefietst, ja. Want fietsen is het. Trap je niet, val je om... En je voelt ook gewoon druk op je benen.

Je hebt alleen wat hulp, trapondersteuning, die je naar believen kunt aanpassen. Ik kon kiezen uit ‘Eco’, ‘Normaal’ en ‘Boost’. Met de wind in de rug koos ik voor ‘Eco’, bij tegenwind voor ‘Normaal’. En was een duin heel hoog of steil, tikte ik ‘Boost’ aan.

Nogmaals; ik heb heerlijk gefietst in de vakantie. Zonder zware of verzuurde benen te krijgen. Waardoor we ook voor grotere afstanden en bij een flinke wind - vaak het geval op de Wadden - voor de fiets kozen. De auto lieten we staan.

Al met al hebben we meer bewogen dan een jaar eerder, toen we niet elektrisch fietsten en we de wind meer dan eens verfoeiden... Niet zo verkeerd, dacht ik.

Overigens heb ik zelf nog een gewone fiets. Die trapt maar zwaar, vind ik nu...

26 september 2018 gepubliceerd in de HS-krant

donderdag 20 september 2018

Champions League

Zoals ik me voor de zomer verheugde op het WK voetbal, heb ik nu ontzettend veel zin in het Champions League-seizoen.

Ik ben ook positief gestemd. Met Ajax en PSV zijn ‘we’ immers met onze beste (nog in Nederland actieve) spelers vertegenwoordigd op het miljoenenbal.

Ik ben heel benieuwd hoe nieuwe sterren als Frenkie de Jong - normaal houd ik er niet zo van als een speler zo bewierookt wordt, maar in zijn geval kan ik er heel goed tegen - Matthijs de Ligt en Steven Bergwijn het er op het allerhoogste niveau van afbrengen. Afgaande op de recente wedstrijd van Oranje tegen Frankrijk verwacht ik er veel van.

Wat me bovendien bevalt, is dat PSV-trainer Mark van Bommel niet voornemens is zich aan te passen aan de tegenstanders. De Eindhovenaren gaan ‘hun eigen spel’ spelen. Spel dat ook de defensie van Barcelona pijn kan doen. En lukt dat niet, wordt de ploeg in ieder geval op waarde geklopt.

Maar het kan natuurlijk ook allemaal tegenvallen. Zoals het WK voetbal qua kijkplezier ook niet meeviel. In dat licht bezien is het goed te weten dat dit stukje voor de aftrap van PSV’s wedstrijd (dinsdag om 18.55 uur!) geschreven is...

19 september 2018 gepubliceerd in de HS-krant

donderdag 13 september 2018

Pijn

©Wikimedia Commons
De pijn diende zich 24 jaar geleden voor het eerst aan.
Aanvankelijk uitsluitend ná de wedstrijd, in de liesstreek. Vervolgens was hij er ook tíjdens wedstrijden en trainingen. Weer later was hij er daags - of zelfs enkele dagen - na de wedstrijd en/ of training nog steeds.
En uiteindelijk was hij er altijd, overal in en rond het bekken. Ook als er niet gesport werd of was.
Maar binnenkort scheiden onze wegen, wordt de pijn uit mijn lijf gesneden. Ik krijg een heupprothese. Een nieuwe heup, van titanium.
Ik verheug me niet op operatie en revalidatie, maar word hier wel heel blij van. Ook al zal het best even wennen zijn. De pijn is in al die jaren toch een deel van mijn identiteit geworden.
Het hoort bij me dat ik moeite heb mijn veters te strikken, regelmatig de slaap niet kan vatten, ‘s ochtends nogal stram ben, nauwelijks fatsoenlijk kan bukken, niet langer dan een halfuur zonder overdreven hinder kan wandelen en het lijf voller en voller wordt.
Ik wijt deze klachten aan de artrose. Voor een belangrijk deel terecht, dat zeker. Daarover liet de vorige week gemaakte röntgenfoto weinig twijfel bestaan.
Maar, het kost me moeite dit op papier te zetten, ik ben inmiddels een man van middelbare leeftijd. En ouderdom komt met gebreken... Een nauwelijks te stoppen proces.
Hoewel? Dat ik zwaarder en zwaarder word, heeft niets met mijn leeftijd te maken. Het zou zelfs laf zijn dit volledig aan mijn fysieke beperkingen toe te schrijven. Daarvoor eet ik (te) graag lekker en regelmatig te veel.
Conclusie: dat alsmaar zwaarder worden, is een wél te stoppen proces. Zeker als ik straks wat vrijer kan bewegen.
Geen excuus meer.
Gelukkig is er een wachtlijst...

12 september 2018 gepubliceerd in de HS-krant

donderdag 9 augustus 2018

Zomer

©Pixabay

Ik houd van de zomer. Ik kan ook goed tegen de warmte. Omdat ik tijdens een hittegolf geboren ben, zeg ik wel eens.

Onzin, natuurlijk. Los van de vraag of er wetenschappelijke onderbouwing voor deze bewering is, was het op mijn geboortedag maximaal 24,4 graden (gemiddeld 20,1). Geen hittegolf dus. Ik heb het nagezocht.

Een plausibeler verklaring is dat ik snel transpireer. Dat goed zweten belangrijk is voor het op peil houden van de lichaamstemperatuur staat wél vast. Misschien dat ik daardoor ook niet zo heel veel moeite heb met actief zijn in de zon. Sterker, ik maak liever een flinke wandeling met de hond dan dat ik vol in de zon aan een tafel moet zitten.

‘In rust’ zoek ik dan ook vrijwel altijd de schaduw op. Slechts na een verkoelende duik te hebben genomen, vind ik het lekker in de zon te zitten. Of nog beter: slapen. Tot ik opgedroogd ben. “I airdry”, zou Rod Tidwell uit ‘Jerry Maguire’ zeggen.

Toch kom ik langzamerhand in gewetensnood. Ik associeer dit weer namelijk wel heel nadrukkelijk met vakantie. Niet handig, als je nog moet werken.

De wroeging wordt versterkt door de wetenschap Nederland zucht onder een tekort aan (regen)water. Er is serieus sprake van een watertekort. De droogte treft onder meer boeren en telers. Serieuze neerslag is meer dan welkom.

Maar oh, wat zou ik graag nóg een paar weken vooral korte broek, T-shirt en slippers (geen teenslippers maar de welbekende Adidas-slipper) dragen. Ik ga namelijk nog op vakantie. In eigen land.

8 augustus 2018 gepubliceerd in de HS-krant

donderdag 2 augustus 2018

Tour de France

©Pixabay


Met een vader die stilte verordonneerde als Gerrie Knetemann op NOS Radio Tour de France zijn licht over de etappe liet schijnen, was er geen ontkomen aan.

Zelfs op vakantie hadden we vaak een of ander radiootje - op zakformaat met koptelefoon - binnen handbereik. Ik sluit niet uit dat we die vakanties daarom in Brabant of Zeeland vierden in plaats van in het buitenland. Verder keken we zoveel we konden tv en plozen we de kranten, met alle klassementen, uit.

Het waren de gouden tijden van het Nederlandse wielrennen. Nederlanders eindigden in zomaar als tweede, derde en vierde (Zoetemelk, Van der Velde en Winnen) in het algemeen klassement, de TI Raleigh-ploeg van Peter Post domineerde onder meer in de ploegentijdritten en mijn favoriete renner was ‘wegkapitein’ Henk Lubberding (met zijn wapperende manen!).

Zo lang ik me heugen kan, volg ik de Tour de France. Het evenement blijft boeien. Ook al is in 4 decennia ontzettend veel veranderd. Ten goede vooral. Het wielrennen is een mondiale sport geworden, de doping is uitgebannen (toch?!) en de sport wordt alsmaar mooier in beeld gebracht.

Uiteraard zijn er ook ontwikkelingen ten kwade. Zo wordt het koersverloop tegenwoordig in het laboratorium bepaald...

Maar van de grootste verandering werd ik bewust toen ik vrijdag iets na 17.00 uur mijn vader belde. Dumoulin had zojuist Froome gelost en reed met een ‘geïsoleerde’ Thomas, Roglic en Kruijwijk naar boven.

“Spannend, hè”, riep ik in mijn enthousiasme.

“Ik kijk even niet. We zijn aan het eten”, antwoordde pa.

1 augustus 2018 gepubliceerd op hskrant.nl

donderdag 26 juli 2018

Ditjes en datjes

©Pixabay
Met bewondering zag ik 70-plusser Jan allerlei gesprekken aanknopen.

Het ene moment vertelde hij honderduit over de Formule 1, het andere luisterde hij vol belangstelling naar een relaas over het voor de barbecue meegebrachte vlees.

Vlees afkomstig van een boer die zelf slachtte, meende ik op te vangen. Zoals ik wel meer opving. Zelf leverde ik namelijk nauwelijks een bijdrage aan de conversaties van het gemêleerde gezelschap.

Reden: ik beheers de kunst van het praten over koetjes en kalfjes niet. Weet nooit wat te zeggen... En dus ben ik niet goed in grote gezelschappen. Zeker niet wanneer ik het gros van de aanwezigen niet zo heel goed ken.

Alleen als een gespreksonderwerp me écht interesseert, kom ik los. Maar o wee als mijn gesprekspartner genoeg heeft van dat onderwerp... Dan stokt het gesprek onmiddellijk. Tenzij hij of zij blijft praten...
Ik verwacht niet het ‘small talk-kunstje’ ooit nog onder de knie te krijgen, maar kan er mee leven. Dat neemt niet weg dat ik het spijtig vind minder sympathiek over te komen dan ik (uiteraard) ben.

Iets meer ‘Jan’ zou daarom toch best fijn zijn.


25 juli 2018 gepubliceerd in de HS-krant

donderdag 19 juli 2018

Burgemeester

Adriaan Hoogendoorn. ©Marc Jansen
Midden-Groningen heeft een nieuwe burgemeester: Adriaan Hoogendoorn.

Wij van de pers mochten vrijdag in een wat informele setting nader kennismaken.
Niet dat ik er verstand van heb, maar de 60-jarige Hoogendoorn lijkt mij wel opgewassen tegen zijn taak. Hij is meester in de rechten, heeft heel veel ambtelijke en de nodige bestuurlijke ervaring, wekt niet de indruk snel van slag te zijn en lijkt bovendien een sympathiek mens.
Dat een burgemeester behalve ‘dé burgemeester’ ook mens is, had ik als klein kind nog niet door. De burgemeester was in mijn ogen even onbereikbaar als bijvoorbeeld de koningin. Al zag ik de burgemeester nog wel eens in het echt, als ik van school langs het gemeentehuis naar huis liep bijvoorbeeld. De koningin kwam uitsluitend in de roddelbladen van mijn moeder en op de blikjes pepermunt van mijn oma voorbij...
Ook later bleef de burgemeester lange tijd ‘dé burgemeester’ voor me. Zelfs nog toen we een burgemeester hadden wiens kinderen op dezelfde school zaten als ik en hij lid was van dezelfde tennisvereniging als ik.
Dé burgemeester. Dat was die man die altijd in pak liep, gedistingeerd grijs was (zelfs z’n sik) en zo bijzonder welbespraakt was. Hij klonk ook anders dan wij. Had een ander accent.
Ik hield ontzag. Tot die keer dat ik moest invallen in zijn tennisteam; ik zal een jaar of 14, 15, 16 geweest zijn. Of ik goed gespeeld heb, weet ik niet meer. Ik betwijfel het.
Wel herinner ik me maar al te goed hoe hij zich na afloop, in de kleedkamer, ontdeed van zijn bezwete shirt. Wat bleek? Onze burgemeester was gewoon een wat te dikke man van middelbare leeftijd! De vader van 3 kinderen die ik kende. Een vader zoals de mijne... Aardige man wel.