donderdag 30 januari 2014

Ziek

Verdriet? Angst? Boosheid?

Wat gaat er door je heen je wanneer je vader je door de telefoon vertelt dat het niet goed is? Dat je moeder leukemie heeft…

Tot vorige week zou ik bovenstaande vraag niet kunnen beantwoorden. Nu weet ik dat ik een dergelijke boodschap me noch verdrietig of angstig, noch boos maakt. Ik word er vooral zenuwachtig van.

Waarvoor precies, weet ik niet. Voor de reactie (het verdriet) van mijn kinderen, mijn zusje en mijn vader? Voor de angst voor de dood van mijn moeder, misschien?

Ik zou het echt niet weten. En misschien moet ik mijn zenuwen ook niet wíllen kunnen verklaren. Moet ik me erbij neerleggen dat mijn moeder ziek is en dat ik daar nerveus van word.

Maar mag ik hier wel de hoop uitspreken dat die spanning nog wat afneemt? Ze heeft namelijk de chronische, en dus behandelbare, variant. En kan dus, hopelijk, nog vele jaren mee.

29 Januari 2014 gepubliceerd in de HS-krant.

donderdag 23 januari 2014

Gillende meiden

Het begon met Elvis. Later had je The Beatles en The Stones.

Mijn generatie moest het doen met Doe Maar. Daarna achtereenvolgens Duran Duran, Take That en Justin Bieber. En nu: MainStreet.

Het is overduidelijk van alle tijden. Maar ik heb het nooit begrepen; dat gegil van 13-, 14-jarige meisjes bij het zien van hun favoriete artiesten…

Zaterdag ging mijn dochter van 13 met een vriendin naar het gratis optreden van MainStreet in Groningen. Ze namen de trein van 09.20 uur, waardoor ze een plek vlakbij het podium hadden. Het concert begon immers pas om 13.00 uur.

Heel veel meer dan dat ze ‘een super leuke dag’ gehad heeft, heeft ze (mij) niet verteld. Ja, dat ze niet zo gegild heeft als al die andere meisjes. Om vervolgens een geluidsopname te laten horen…

Niet heel veel later zagen we diezelfde gillende meiden op het Jeugdjournaal.

En ik begreep het nog steeds niet. Ik zag vier heel normale jongens die toevallig goed kunnen zingen.

Ik reken nu op veel gegil bij de eerstvolgende thuiswedstrijd van ‘mijn’ pupillenteam. Dat bestaat uit niet minder dan dertien heel normale jongens die toevallig goed kunnen voetballen.

donderdag 16 januari 2014

Woonwinkel

Hij is bepaald geen shopaholic.

Hij moet dan ook alle moed bij elkaar rapen om met zijn vrouw naar het in Groningen gevestigde Zweedse woonwarenhuis te gaan. Op de Sontweg in Stad aangekomen krijgt zijn humeur een flinke knauw. Het blijkt wel heel erg lastig een plekje om te parkeren te vinden.

Maar het lukt. Ver verwijderd van de ingang van het woonwarenhuis, dat wel.

Toch klaart zijn humeur al snel weer op. De voetgangersroute naar de ingang van de winkel voert immers binnendoor en wordt bijzonder goed aangegeven.

En eenmaal binnen valt het ook allemaal wel mee. Zeker, het is smoordruk, maar niemand loopt écht in de weg. Bovendien is de zo gewenste lamp snel gevonden en valt het ook wel mee met de rij voor de kassa…

In de auto steken hij en zijn vrouw de loftrompet over de Zweedse woongigant. Een geoliede machine, noemt hij hem zelfs.

Thuis aangekomen zijn ze snel uitgetrompetterd. De lamp in een vloek en een zucht gemonteerd. Stekker in het stopcontact en branden maar. De lamp blijft echter knipperen nadat ze is uitgezet. En enkele minuten later doet ze het zelfs helemaal niet meer.

Zuchtend en vloekend wordt de lamp gedemonteerd. Waarna hij vrouw en dochter naar Groningen laat gaan om de lamp te ruilen.

De moed is hem opnieuw in de schoenen gezonken.

Definitief?

donderdag 9 januari 2014

Vuurwerk

Afgaande op de vele berichten in de social media en de gesprekken op straat, hebben veel mensen het vuurwerk voor de meest recente jaarwisseling in Duitsland gekocht. Wij kochten het ‘gewoon’ in Nederland, in Hoogezand zelfs. Daags voor Oud en Nieuw.

Zonder plan, laat staan kennis van zaken, kruisten we een paar items aan. In overleg met zoonlief – onze grootste voorstander van kopen van vuurwerk – maar met de hand (een beetje) op de knip. We wilden er toch niet al te veel geld aan spenderen.
Spijt

Toen ‘het grote afsteken’ aan de gang was, hoorde en zag ik dat onze rotjes minder hard knalden en onze vuurpijlen minder hoog reikten en minder spektakel brachten dan die van de buren die wél in Duitsland geshopt hadden. Tot mijn spijt.

Echter, uithijgend van alle opwinding sprak zoonlief van een fantastische Oud en Nieuw. Hij had genoten van zijn vuurwerk en wekte geenszins de indruk zich tekort gedaan te voelen.

Toch overweeg ik sterk me voor de volgende jaarwisseling iets beter voor te bereiden…