woensdag 25 april 2012

Voetbalbarbaar

Nog niet zo lang geleden noemde ik mezelf ‘voetballiefhebber’.

Steeds meer krijg ik echter het gevoel dat helemaal niet te zijn. Sterker nog, ik ben een voetbalbarbaar. Ik houd namelijk niet van het voetbal van FC Barcelona. Ik probeer er iedere keer opnieuw van te genieten, maar eindig meestal knikkebollend voor de tv…

Ik weet het, er is in heel de wereld waarschijnlijk geen enkel ander team met zoveel technische bagage. Maar voetbal is in mijn beleving geen stijloefening. Voetbal is meer: een sliding, een bloktackle, een diagonale pass over 40 meter, een spits die een voorzet van de flank koppend afrondt.

Voetbal hoeft niet altijd mooi te zijn…

Schrijft hij, aan de vooravond van ‘El Classico’ Barcelona – Real Madrid en de Champions League-halve finale Barcelona – Chelsea. Zich realiserend nu keihard uitgelachen te kunnen worden. ‘Wat n kou’…

woensdag 18 april 2012

'Kou' moet winnen

Het NCRV-radioprogramma Plein 5 zoekt het mooiste dialectwoord van het jaar.

Hoewel Nederlandstalig opgevoed, denk ik dat dit een zinloze missie is. Het mooiste dialectwoord aller tijden staat voor mij namelijk al vele jaren vast. Dat is het Groninger woord ‘kou’.

Het mooiste aan ‘kou’ is dat het woord zich niet laat vertalen. Dat wil zeggen, de letterlijke vertaling ‘koe’ dekt de lading niet. Bepaald niet zelfs. ‘Kou’ is een scheldwoord met een knipoog. Door iemand uit te maken voor ‘kou’, geef je aan diegene dom of onnozel te vinden zonder hem of haar dit aan te rekenen of na te dragen.

Ik kan in het Algemeen Beschaafd Nederlands geen enkel woord bedenken dat ook maar enigszins in de buurt komt. Domoor? Sufferd? Te lief. Sukkel? Te venijnig.

Conclusie: ‘kou’ moet winnen. En wie dat niet begrijpt, is een ‘kou’.

woensdag 11 april 2012

Normaal pubergedrag

,,Neeeeeeheeeeeeeee!”

,,Hou ohop.”

,,Heb ik geen zin in…”

Dit zijn de favoriete zinsneden van mijn (onze) dochter. Vaak gepaard gaande met het optrekken van de wenkbrauwen en/ of het rollen van de ogen.

Meestal gaat er een opmerking onzerzijds aan vooraf. Iets als: heb je je tanden al gepoetst? Of: wil jij Zizou (onze hond) wel even uitlaten?

Hoewel intelligent – ik pochte al eens over haar Cito-score – is ze nauwelijks voor enige rede vatbaar. Normaal contact is bijna onmogelijk. Lastige vragen beantwoordt ze niet of met een leugentje. Vaker en vaker zit ze boven, alleen op haar slaapkamer. Ondertussen, via de social media, contact houdend met haar vriendinnen. En -ja, die kant gaan we ook al op- vriendjes.

Het moge duidelijk zijn: onze dochter vertoont normaal pubergedrag. Zoals het hoort. Maar papa was er nog niet klaar voor.

woensdag 4 april 2012

De aard van het beestje

Mijn Twitter-volgers weten het onderhand wel: ik ben trainer van een pupillenteam.

Voetballiefhebber als ik ben, doe ik dat met veel plezier. En het gaat me nog redelijk af ook.

Al moet ik dat laatste nuanceren. Het trainen, het overdragen van kennis gaat me redelijk af. Het coachen kan stukken beter.

Ik ben nogal onrustig langs de lijn. Niet dat ik allerlei krachttermen gebruik, maar te vaak is het allemaal net iets te veel. Dan coach ik bijna iedere ‘situatie’. Met een overdreven volume, bovendien.

Daarmee ben ik de coach die ik niet wil zijn. En dus neem ik me na iedere wedstrijd voor het de volgende keer beter te doen. Me niet te verschuilen achter ‘de aard van het beestje’. Veel te gemakkelijk. Als ik van ‘mijn’ jongens verwacht dat zij zich ontwikkelen, moet ik dat toch zeker ook?!