woensdag 31 december 2014

Hoogtepunten



Somberen over een vervelend/ negatief voorval gaat me beter af dan blij zijn over een blijde/ positieve gebeurtenis.


Dat merkte ik maar weer eens toen ik voor deze laatste krant van het jaar een top 5 van mijn persoonlijke hoogtepunten wilde opstellen.

Na enig denken – en mijn eigen (toch wel persoonlijke) columns gescande hebbende – kwam ik tot het volgende lijstje:

1. De zomervakantie.

Nog niet vaak zulk mooi weer gehad. Zelfs het twee weken durende verblijf op Terschelling was zonovergoten.

2: De promotie met ‘mijn’ D-pupillenteam naar het hoogste landelijke niveau.

3. De eindmusical van zoonlief B.

Ik zat, helemaal vooral, ongegeneerd trots te zijn op mijn niet meer zo heel kleine jongen.

4. De manier waarop dochterlief I. zich verhield met de 14-jarige Duitse Sophia, die een weekje bij ons logeerde. Dit in het kader van de uitwisseling tussen het dr. Aletta Jacobs College en het Otto Hahn Gymnasium uit Geesthacht.

5. De spooktocht in het Drevenbos met ‘mijn pupillenteam.

Nuanceren


De top 5 compleet, voelde ik echter toch de behoefte een en ander te nuanceren. Want was ik tijdens die vakantie (nummer 1) niet ook af en toe gefrustreerd vanwege de pijn in mijn liezen?

Ging de vreugde over die promotie (nummer 2) niet ook gepaard met een flinke dosis angst voor dat hoge niveau?

Wilde ik tijdens die musical (nummer 3) op een bepaald moment niet ook heel graag naar huis? Omdat het WK voetbal op het punt van beginnen stond…

En verbaasde ik me tijdens die logeerpartij (nummer 4) niet ook over het feit dat uitsluitend Engels gesproken werd?

Feitelijk heb ik alleen tijdens die spooktocht zonder reserves genoten, moet ik toegeven. Zelden zo gelachen.

Hét hoogtepunt van 2014 derhalve.

30 December 2014 gepubliceerd in de HS-krant.

dinsdag 23 december 2014

Goede voornemens

Omdat de tijd is aangebroken na te denken over mijn goede voornemens voor 2015, heb ik de top 5 van goede voornemens voor 2014 maar even gegoogled.

Met de nummer 1 op die lijst kan ik ook voor 2015 wel uit de voeten: ‘afvallen’. Al jaren ook mijn nummer 1. Tot frustratie overigens van mijn zus(je), die op 9 januari verjaart.

Op 2: ‘minder druk maken’. Die zet ik er niet op. Mijn werkgever staat immers voor een grote reorganisatie, waardoor mijn toekomst binnen het bedrijf hoogst onzeker is. En daar mag ik me best druk om maken, vind ik.

Op 3: ‘meer sporten en bewegen’. Staat ook voor 2015 genoteerd!

‘Zuiniger leven’ stond op 4. Liever niet. Maar ja, als ik echt ontslagen word… (maak ik me al weer druk..).

Numero 5: ‘beter voor mezelf opkomen’. Dat heb ik ondertussen – de 40 al enkele jaren gepasseerd – aardig onder de knie. Die komt dus niet op mijn lijstje.

Inmiddels geïnspireerd, ruim ik wel een plekje in voor: ‘stoppen met zelfmedelijden’. Ik schaam me namelijk met terugwerkende kracht voor het geweeklaag op deze plek over mijn fysieke malheur.

Vorige week nog, zelfs.

Terwijl op het moment dat ik die laatste column – over spierpijn nota bene – zat te tikken, mijn goede collega B. werd getroffen door een hartinfarct…

Dinsdag 23 december 2014 gepubliceerd in de HS-krant.

donderdag 18 december 2014

Spierpijn

“Dit is minder gevoelig dan de vorige keer”, zeg ik voorzichtig.

Om deze uitspraak onmiddellijk te betreuren. Grijnzend zet fysio Guus zijn duim in een spier in mijn bovenbeen. “Dat is wél gevoelig”, weet ik eruit te persen.

Even later komt Guus met een autogordel op de proppen. Zoals hij dat wel vaker doet. Om, zoals hij dat zegt, op een andere manier tractie te geven. Ofwel, leert Wikipedia, om door middel van een (externe) trekkende kracht invloed uit te oefenen op een lichamelijke stoornis of beperking.

Een juiste methode, lijkt het. Want, mijn been/ heup is al een stuk beweeglijker dan bij de eerste behandeling een aantal weken geleden.

De pijn neemt echter niet af. Integendeel. “Allemaal spierpijn”, zegt Guus. “Allemaal spierpijn.”

Pijn die dus van tijdelijke aard is. Maar toch zie ik stiekem een beetje op tegen de volgende behandeling. Dan begint het opnieuw…

17 December gepubliceerd in de HS-krant.

donderdag 11 december 2014

Adoratie

Zoals zoonlief ze van Messi en Ronaldo heeft, en dochterlief van allerlei rijkelijk getatoeëerde zangers, rappers en voetballers, had ik vroeger ook posters van mijn idolen aan de muur.

En waar voetballertjes van nu à la Ronaldo hun passen tellen en wijdbeens gaan staan voor ze op doel schieten, deden wij de sterren van toen ook na.

Ik herinner me dat ik mijn veters op z'n Maradona's strikte (om de enkels), mijn shirt als Mario Been droeg (achter in, voor uit het broekje), serveerde als John McEnroe (standbeen parallel aan de baseline) en aan het net als Boris Becker naar ballen dook.

Blinde adoratie, denk ik. Die vooral ook zichtbaar was in mijn schoolagenda. Iedere mooie foto van Diego Maradona, Mario Been, Yannick Noah, Boris Becker en John McEnroe werd uitgeknipt en ingeplakt.

Wanneer die adoratie verdween?

Nadat Gabriela Sabatini de plaats in mijn agenda innam van haar landgenoot Maradona, denk ik.

En ik, waar het de andere sekse betrof, stille aanbidding bleek te prefereren boven openlijke adoratie.

10 December 2014 gepubliceerd in de HS-krant.

donderdag 4 december 2014

Munitie

Ik had al iets geschreven over een nieuwe reorganisatie bij mijn werkgever NDC mediagroep.

Op het allerlaatste moment heb ik echter toch maar op de deleteknop gedrukt. Ik durfde het niet aan.

Omdat op dit moment nog niet bekend is hoeveel mensen hun baan zullen verliezen, op welke afdelingen de hardste klappen zullen vallen en welke criteria gehanteerd worden. 

En ik geen zin heb de beleidsbepalers munitie te geven…

Over munitie gesproken. We schoten met scherp zaterdag. Drie keer maar liefst.

Resultaat: de tweede overwinning van het seizoen. Waardoor het ineens helemaal zo erg niet meer was om ruim 170 kilometer naar huis te rijden…

En er ook even niet aan het werk (lees: de reorganisatie) gedacht werd…

3 December 2014 gepubliceerd in de HS-krant.

donderdag 27 november 2014

Niets voor mij

“Nee, niets voor mij. Ik houd er niet van voor een groep te staan”, antwoordde ik de jeugdcoördinator van mijn toenmalige voetbalclub op zijn vraag of ik jeugdtrainer wilde worden.

Een antwoord dat ik nooit betreurd heb.

Ik ben weliswaar geen meeloper – daarvoor ben ik te eigenwijs, ben ik bang – maar ben ook zeker geen haantje de voorste. Liever blijf ik op de achtergrond. Om de spreekwoordelijke kat uit de boom te kijken…

Echter, 15 jaar na die vraag van die jeugdcoördinator bleek het lastig een trainer te vinden voor het voetbalteam van zoonlief. En voelde ik mij geroepen alsnog jeugdtrainer te worden.

Een beslissing die ik nooit betreurd heb.

Ik bleek het ontzettend leuk te vinden een paar keer per week met jonge voetballertjes in de weer te zijn, mijn … ahum… kennis over te dragen en eens per week die wedstrijdspanning te voelen.

Dat ik daarbij voor een groep moet staan, het voortouw moet nemen, aanjager moet zijn, vind ik eigenlijk nooit een probleem.

Tot zaterdag. Toen ik werd geïnterviewd voor tv.

Niets voor mij.

26 November 2014 gepubliceerd in de HS-krant.

donderdag 20 november 2014

Gedachten

Linkerzij… Rug… Rechterzij… Buik…

Ik kan de slaap niet vatten. Een zeurende pijn in lies en onderrug houdt me (lang) wakker.

Volop tijd om te mijmeren, te piekeren, na te denken, derhalve.

Dat doe ik dan ook. Vooral over mijn functioneren als voetbaltrainer. Niet omdat ik dat wil, maar omdat dat zo gaat.

Hadden we er meer uit kunnen halen? Had ik dat niet en dat juist wel moeten roepen? Wat gaan we maandag doen op de training?

Omdat ik hiervan bepaald niet slaperiger word, dwing ik mezelf over écht belangrijke zaken na te denken. Mijn werk, bijvoorbeeld.

Aanleiding genoeg. Vorige week suggereerde het NRC namelijk dat mijn werkgever van plan is veertig tot honderd banen te schrappen. Amper een jaar na een grote reorganisatie, waarbij 250 van de 750 banen verloren gingen.

En toch dwalen mijn gedachten weer af naar de voetballerij. Ik vermoed omdat ik daarop wel (enige) grip heb…

Woensdag 19 november gepubliceerd in de HS-krant.

donderdag 13 november 2014

Tikkeltje gefrustreerd

Handen schudden na afloop.
Foto: Isa Jansen
De trainer van het pupillenteam raakt een tikkeltje gefrustreerd.

Niet omdat zijn team bijna iedere week verliest. Dat was ingecalculeerd. Wél omdat voor de buitenwacht alleen het eindresultaat lijkt te tellen.

Steeds opnieuw ziet hij een grauwsluier over het gezicht van de naar het resultaat informerende partij trekken, zodra de uitslag genoemd wordt. Zelfs bij kenners…

Hij vindt de 3-0, 5-0 en 6-1 nederlagen tegen de leeftijdsgenoten van respectievelijk Vitesse, FC Twente en FC Groningen prestaties van formaat.
Omdat zijn pupillen daarmee op de toppen van kunnen presteren.
Omdat zij hiervoor tot op de bodem moeten gaan.
Omdat zij, om dat te kunnen, drie keer per week heel hard trainen. Met heel veel plezier bovendien.

En het dus niet verdienen door hun ‘vriendjes’ gesard te worden wanneer zij opnieuw verloren hebben…

12 November 2014 gepubliceerd in de HS-krant.

donderdag 6 november 2014

Verkoudheidje

Wat rest is lichte spierpijn in mijn buik. Links van het midden.

Verder voel ik me best oké. Af en toe wat hoesten, zo nu en dan de keel schrapen en soms de neus ophalen. Meer is het niet. En dat terwijl ik nog geen tien uur eerder serieus dacht ‘erin te blijven’…

Kort na middernacht werd ik wakker omdat ik moest plassen. Ik hoestte. Wilde ademen om opnieuw te kunnen hoesten. Kreeg geen lucht. Moest toch hoesten. Kreeg nog steeds geen lucht maar bleef hoesten. Tikte vrouwlief aan. Ging staan; in paniek. Maakte happend naar adem duidelijk dat ze op mijn rug moest slaan. Piepte ‘hoger’.

En kreeg uiteindelijk – via de neus – wat zuurstof binnen…

Een paar minuutjes later, letterlijk weer op adem gekomen, bedacht ik me dat dit incident te voorkomen was geweest. Als ik twee weken eerder, na een week flink hoesten, gewoon het advies van mijn wederhelft had gevolgd. “Ga toch even naar de huisarts. Dan krijg je een kuurtje en ben je er zo vanaf.”

Maar ja, je gaat niet voor een verkoudheidje naar de dokter?!

Toch?

5 November 2014 gepubliceerd in de HS-krant.

donderdag 30 oktober 2014

Zichtbaar roze

Voetbalschoenen.

Je hebt ze in de meest uitbundige kleuren(combinaties). Geel met paars. Roze met blauw. Knaloranje. Je kunt het zo gek niet bedenken.

Hoewel ik zweer bij mijn zwart-met witte-strepenschoenen, vind ik dit een mooie ontwikkeling. Of liever: ik kan me heel goed voorstellen dat ‘de jeugd’ het fantastisch vindt dat er zoveel diversiteit is. En dat de collecties zo vaak wisselen bovendien.

Voor de voetballers die zondagmiddag hun kunsten mochten vertonen op Sportpark De Kalkwijck deed de kleur van de kicksen er echter niet toe. Hun schoeisel werd volledig bedekt door het centimeters (te) lange gras. Waardoor ook, en dat is natuurlijk veel belangrijker, de bal nauwelijks rolde.

Hoe anders was dat bij Leovardia, de Leeuwarder fusieclub waar ik een dag eerder te gast was. Drie prachtige kunstgrasvelden op een rij. Velden die altijd bespeelbaar zijn en nauwelijks onderhoud behoeven.

En waar de voetbalschoenen zichtbaar roze, groen of blauw zijn.

29 Oktober 2014 gepubliceerd in de HS-krant.

donderdag 23 oktober 2014

Zwarte Piet

Vooropgesteld: het zal mij worst wezen of Zwarte Piet helemaal of slechts deels (roetvegen) zwart geschminkt is. Zo lang hij maar niet blauw, groen of in stroowafel-motief geschminkt is.

Maar eh… Wat worden wij eigenlijk minder van zo’n slechts gedeeltelijk geschminkte Zwarte Piet..?

Zouden de kinderen, voor wie het Sinterklaasfeest bedoeld is, hun cadeautjes minder waarderen? Zou het snoepgoed hen minder smaken? Zouden ze zo’n Zwarte Piet niet (h)erkennen als Sint Nicolaas’ knecht?

Lijkt me niet.

Of zouden Zwarte Piet-acteurs misschien wat minder gene voelen wanneer zij helemaal zwart geschminkt zijn? Durven zij meer wanneer zij nauwelijks herkenbaar zijn?

Zou best eens kunnen. Maar toch liever dat dan mensen kwetsen. Of dat nu bedoeld of onbedoeld is…

22 Oktober 2014 gepubliceerd in de HS-krant.

donderdag 16 oktober 2014

Zuurdesem

Omdat ze karakterologisch nogal op elkaar lijken, hebben zijn dochter en hij met regelmaat woorden.

Toch verkiest hij die ‘strijd’ boven de stilte van de voorbije week. Toen ze er niet was. Omdat ze voor een uitwisseling met het Otto Hahn Gymnasium in het Duitse Geesthacht was.

Ze verbleef er bij een gastgezin. Waar het tot haar verbazing (in eerste instantie), ergernis (in tweede instantie) en wanhoop (in derde instantie) niet de gewoonte was dagelijkse een warme maaltijd te nuttigen. Waar ze de hele dag brood aten. Zuurdesem brood, om precies te zijn. Brood dat ze niet zo heel erg lekker vindt…

Gelukkig zou het na een paar dagen allemaal goed komen. Na bemiddeling van een docent. En met steun van haar moeder, met wie ze veelvuldig (WhatsApp-)contact had.

En haar vader? Die liet helemaal niets van zich horen. Omdat zijn telefoon niet wasmachinebestendig bleek en hij dus niet kon ‘appen’.

En dat speet hem.

18 Oktober 2014 gepubliceerd in de HS-krant.

donderdag 9 oktober 2014

Calimero

Toen de ene collega het WhatsAppje voorlas waarin zijn vrouw melding deed van een aardbeving, reageerde de andere collega met: “Toch, hè?! Ik dacht al dat ik iets voelde.”

Wij, zijn drie bureaublok-genoten, hadden niets gevoeld. Maar dat er iets aan de hand was, werd snel duidelijk.

Twitter stroomde in no-time vol met meldingen over een beving – bij Ten Boer, bleek later – die de aarde ook in de stad Groningen deed trillen.

‘Redactie DvhN schudde heen en weer…’ en ‘Aardbeving in de stad Groningen. Ook kantoor #DvhN kraakte’, meldden collega’s van Dagblad van het Noorden bijvoorbeeld. Een kantoor dat zij delen met ons; wij die niets gemerkt hadden. Maar dat terzijde.

De dagen volgend op de aardbeving (2.8 op de schaal van Richter) twee handen vol grote en minder grote verhalen over de aardbeving in de krant. Waar de aardbeving in Froombosch (2.6 op diezelfde schaal) het enkele weken eerder moest doen met een driekolommertje op pagina 2…

Met het gevaar vergeleken te worden met Calimero (‘zij zijn groot en ik is klein, en da’s niet eerlijk, o nee’): ik vind al die reuring bijna beledigend voor alle (Noord-)Groningers die de grond sedert enkele jaren met grote regelmaat voelen schudden.

Ik was dan ook bijna blij met de reactie van minister Henk Kamp. Hij liet optekenen dat de meest recente beving ‘past binnen het patroon dat we in gedachten hadden, toen we afspraken maakten’.

donderdag 2 oktober 2014

Ontzetting

Foto: Geert Huberts

Noem me gevoelloos, maar ik ben niet zo gauw onder de indruk van schokkend nieuws.

Natuurlijk, ik heb heus wel in de gaten wanneer iets heel erg is, wanneer ontzetting of afgrijzen op z’n plaats is. Maar het is doorgaans m’n verstand dat me dat ‘vertelt’.

Dat was anders, toen ik zondag op de radio iets hoorde over het ongeluk met een monstertruck in Haaksbergen. Met kippenvel op beide arme hoorde ik het nieuws aan, om onmiddellijk het internet te raadplegen. De daar al snel beschikbare beelden maakten de schok alleen maar groter.

Vanwaar die ontzetting, vroeg ik me later ‘s avonds af. Omdat ik net was teruggekeerd van een evenement – 7 KM van Martenshoek – waarbij ook veel publiek op de been was? Omdat anderhalve week voor het ongeval in Haaksbergen ook monstertrucks in Hoogezand stuntten? Of omdat zich onder de dodelijke slachtoffers ook een kind bevindt?

Ik weet het niet. Ik zou het ook niet moeten willen weten. Omdat het niet meer dan normaal is hiervan te schrikken.

Zoveel weet ik wel.

1 Oktober 2014 gepubliceerd in de HS-krant.

donderdag 25 september 2014

Nog twee jaar

“Ik moet nog twee jaar.”

Ik zal niet hier verklappen wie deze zin wanneer en waar uitsprak. Wel moet ik even kwijt dat het zijn/ haar allereerste zin was. In een professionele context.

Zoals de meeste anderen in mijn gezelschap, schoot ik in de lach. Te verbouwereerd om te reageren.

Zei hij/ zij dat echt? Wilde hij/ zij werkelijk de indruk wekken niet meer gemotiveerd te zijn, de dagen af te tellen?

Ik kan het me niet voorstellen. Daarom ga ik er voorlopig maar vanuit dat die opmerking niets zegt over zijn/ haar enthousiasme, laat staan vakkennis.

Maar ik ben toch op mijn hoede.

Overigens mág ik zelf nog 24 jaar.

Hoop ik…

24 September 2014 gepubliceerd in de HS-krant.

donderdag 18 september 2014

Ik heb niet gevloekt

Ik heb niet gevloekt.

Maar ik wil niet uitsluiten dat ik een enkel schuttingwoord gebruikt heb. Misschien zelfs meerdere malen.

Gezucht heb ik zeker.

De uitkomst van de vorige week beschreven CT-scan viel me namelijk niet mee. Sterker nog, die uitkomst was zwaar teleurstellend.

Want, de eerder met het röntgenapparaat geconstateerde afwijking (heupinklemming) blijkt niet de bron maar het gevolg van het kwaad. En dat is: heupartrose. Ook wel: heupslijtage.

En omdat ik, volgens de behandelend arts te jong ben voor ‘orthopedisch ingrijpen’ (lees: een kunstheup), zal ik binnenkort dus niet weer als een kievit kunnen lopen. Ik moet juist hopen dat ik nog beroerder ga bewegen, nog meer pijn krijg. Totdat wel ingegrepen kan worden.

Ik moet er, zoveel werd duidelijk, (voorlopig) mee leren leven.

Zuchtend, af en toe scheldend en misschien ooit zelfs vloekend.

donderdag 11 september 2014

Observatievermogen

‘Hij maakte het basale bijzonder’.

Deze uitspraak over de in 2009 overleden schrijver/ columnist Martin Bril schoot me te binnen, toen ik donderdag een computertomografie, ofwel CT-scan, moest ondergaan.

Ik bedacht me dat Bril iets heel moois over dit ziekenhuisbezoek had kunnen schrijven. Omdat het iets koddigs heeft in een onderbroek op een in hoogte verstelbaar ‘bed’ te gaan liggen, om vervolgens in een flink uit de kluiten gewassen donut elektrisch heen en weer bewogen te worden…

Omdat het op de lachspieren werkt op een beeldscherm de cijferreeks 4, 3, 2 en 1 te zien verschijnen en bij de denkbeeldige 0 tergend langzaam enkele tientallen centimeters naar voren te bewegen…

Ook de stroomkabel van de hightech CT-scanner zou Brils aandacht hebben kunnen trekken. Omdat die, heel basaal, via een rafelig gat in het systeemplafond naar boven verdween…

Maar helaas. Ik moet het zonder Brils observatievermogen en schrijftalent doen. En kom niet verder dan: het duurde een minuutje, misschien anderhalf. Volgende week uitslag.

donderdag 4 september 2014

Genomineerd

Ja, ook ik ben genomineerd.

En nee, ik heb geen emmer ijswater over me heen laten gooien.

Ik heb, met andere woorden, de ALS Icebucket Challenge niet geaccepteerd. Niet omdat ik het geen goed doel vind. ALS is een verschrikkelijke ziekte die zo snel mogelijk uitgebannen moet worden. En alles dat daaraan bijdraagt, krijgt mijn steun.

Waarom dan de ALS Icebucket Challenge niet geaccepteerd?

Waarschijnlijk ben ik een tikkeltje (te?) dwars. En pas ik er gewoon voor verantwoordelijk te zijn voor nummer zoveel in die schijnbaar oneindige reeks filmpjes met leeggekieperde emmers ijswater… Ik vraag me overigens af of iedereen ook echt een donatie doet…

Of heb ik misschien een autoriteitsprobleem? Toen ik genomineerd werd, kreeg ik namelijk sterk het gevoel verplicht te worden geld over te maken aan een goed doel.

Terwijl ik liever zelf ‘mijn’ goede doelen kies. Zoals KWF Kankerbestrijding, dat deze week de jaarlijkse collecte houdt.

donderdag 28 augustus 2014

Diagnose

Het was deze maand precies 20 jaar geleden. 

In de warming-up voor een voetbalwedstrijd tegen Appingedam schoot het in mijn lies en moest ik besluiten de wedstrijd te laten schieten.

In de 2 decennia die volgden heb ik altijd liesklachten gehouden. Aanvankelijk uitsluitend tijdens voetbalwedstrijden en in de eerste uren erna. Maar na verloop van tijd hield de pijn steeds langer aan en kreeg ik ook last bij bijvoorbeeld het hardlopen en het tennissen.

En tegenwoordig heb ik altijd pijn. Niet alleen als ik tegen een bal trap, maar ook als ik de hond uitlaat of mijn veters strik. Zelfs slapen lukt niet altijd pijnvrij.

Toch heb ik heb ik het medische traject jaren gemeden. Omdat het behoorlijk frustrerend was keer op keer te horen dat ‘ze’ – huisarts, sportarts of fysiotherapeut – niets konden vinden, terwijl ik wel ‘gewoon’ pijn had.

Heupinklemming

De vele opmerkingen over mijn inmiddels opmerkelijke motoriek – ik schreef er eerder over – beu, ben ik vorige week echter toch maar weer eens naar de huisarts gegaan. En, doorverwezen naar het Universitair Medisch Centrum Groningen, werd zelfs een diagnose gesteld: Femoro-Acetabulair Impingement ofwel heupinklemming.

Vervelend? Nee, ik vind het juist heerlijk te lezen dat ‘schade in het heupgewricht door heupinklemming vak tot pijn in of rond de lies leidt. Soms wordt er een plotse schietende pijn ervaren bij bepaalde bewegingen zoals rechtkomen uit een diepe zetel of in en uit de auto stappen. Soms is er eerder een zeurende last rond de lies, soms ook ‘s nachts.’

Ik heb me dus niet aangesteld…

Nu nog een oplossing. Laten we hopen dat die niet 20 jaar op zich laat wachten.

27 Augustus 2014 gepubliceerd in de HS-krant.

donderdag 21 augustus 2014

Klopt, inderdaad

De balt rolt weer.

Op het moment van schrijven hebben we er al zeven trainingen én een wedstrijd op zitten. En hebben kleine ergernissen – vergelijken met vorige lichtingen is voor de hand liggend maar zeker niet verstandig – al weer plaatsgemaakt voor het grote genieten.

Het is namelijk fantastisch te zien hoe negen tot twaalf (de groep van dertien is nog niet compleet geweest) jongens van 10, 11 en 12 jaar bereid zijn drie keer per week te ‘investeren’ in hun sterke en mindere punten.

Van die sterke punten sta ik soms nog wel eens te kijken. Ik vind het namelijk onvoorstelbaar hoe goed sommige jongens in eerder vermelde leeftijdscategorie al kunnen voetballen, hoe ‘volwassen’ ze bij tijd en wijlen al zijn. Hoe ze onder druk de juiste keuzes maken, technisch soms bijna perfect zijn en ondertussen jeugdig enthousiast blijven…

Waarschijnlijk erger ik me daarom zo aan de heren Genee, Derksen en Van der Gijp, het vaste ‘panel’ van het televisieprogramma Voetbal International.

Onder druk maken ze verkeerde keuzes; lopen ze weg of zeiken ze elkaar af in een column.

Technisch perfect zijn ze evenmin. Al valt dat de oud-voetballers Van der Gijp en Derksen misschien niet te verwijten.

En jeugdig enthousiast zijn ze al lang, heel lang niet meer.

‘Klopt, inderdaad’, zou Genee zeggen…

donderdag 14 augustus 2014

Good guy - bad guy

Sylvester Stallone als 'good guy' Rocky.
Ik begrijp niets van het krachtenspel in en rond Israël. En ik probeer het ook niet te snappen. Daar ben ik lang geleden mee gestopt.

Net zomin begrijp ik iets van het handelen van ISIS in Noord-Irak of van de acties van pro-Russische seperatisten in Oekraïne.

Vroeger sloot ik me gewoon af voor dergelijk nieuws. Liet ik me niet raken door alle ellende zover van huis.

Maar nu lukt dat niet meer. Tegenwoordig is ver weg al lang geen ver-van-mijn-bed-show meer. Immers, pro-Palestina-activisten en anti-ISIS-betogers komen elkaar tegen op straat. Gewoon in Nederland. En pro-Russische separatisten schieten ‘zomaar’ een vliegtuig met bijna tweehonderd Nederlanders uit de lucht.

Was alles maar zo simpel als in de films van Sylvester Stallone; ik heb vorige week – samen met mijn 12-jarige zoon – alle ‘Rocky’-films gezien. De plot van deze films: good guy versus bad guy. En good guy wint…

Ik zou niet weten wie in het echte leven de good guys zijn en wie de bad guys…

donderdag 7 augustus 2014

Dichtbij een rode paal

Golf op Terschelling. Foto: Erwin van der Wal
Ik houd van balspelletjes/ – sporten. Voetballen, tennissen, tafeltennissen, volleyballen; noem een balsport en ik vind haar leuk.

Zo ook golf. Het is al 15 jaar geleden dat ik een tiental lessen nam en mijn ‘baanpermissie’ haalde in Veendam. Zelfs enige aanleg kon me niet ontzegd worden (denk ik). Toch is het nooit ‘mijn sport’ geworden.

Als reden voer ik doorgaans aan dat het me aan de tijd – een rondje golf duurt al gauw een uur of vier – en/ of de financiële middelen ontbreekt.

De échte reden is dat ik me niet thuis voel op en rond de golfbaan. Ik kan me niet ontspannen tussen al die grote auto’s op de parkeerterreinen, gesteven pantalons, keurige poloshirts, tassen vol dure stokken (clubs) en kretologie als ‘fore!’ in plaats van ‘pas op!’.

De sport (of het milieu) past me niet. Net zomin als brogues me passen. Ik draag liever sneakers…

Tijdens mijn vakantie heb ik echter toch weer eens gegolfd. Voor het eerst in jaren. Op een door Golfclub Terschelling uitgezette ‘baan’ op het strand en in de duinrand van Midsland aan Zee.

En ik vond het geweldig! Omdat de sport er tot haar essentie teruggebracht is: een bal in zo weinig mogelijk slagen dichtbij een hoge rode paal (in plaats van een hole) slaan. Zonder etiquette, met de wind als voornaamste hindernis en gekleed in korte broek, T-shirtje en slippers/ sneakers.

Geheel ontspannen een fantastische bal slaan. Veel beter wordt het niet.

‘Ping…’

donderdag 3 juli 2014

Bijtertje

Stelt u zich eens voor dat bij de WK-wedstrijd Italië – Uruguay een videoscheidsrechter geraadpleegd had kunnen worden?

Dat die videoscheidsrechter hetzelfde zou hebben geconstateerd als televisiekijkers over de hele wereld, namelijk dat Luis Suarez zijn tegenstander Giorgio Chiellini in de rug beet.

Dat Suarez rood zou hebben gekregen, Italië (met tien tegen tien) stand zou hebben gehouden en dat Suarez – hoofdschuldig aan de uitschakeling – ook in eigen land de gebeten hond zou zijn geweest…

Zou de oud-FC Groningen-speler zijn Italiaanse tegenstander dan ook gebeten hebben?

Ik denk het wel. Suarez neemt zich, vermoed ik, niet voor iemand te bijten. Hij slaat pas toe als het hem echt heet onder de voeten wordt. Wanneer zijn instinct het overneemt.

Als een ander vlucht of begint te huilen, te slaan of te schoppen, bijt Luis.

Het is dan ook naïef te veronderstellen dat Luis na negen interlands schorsing (en vier maanden niet trainen en voetballen) nooit meer zal bijten.

Er is maar één remedie: hij moet met gelijke munt terugbetaald worden. Even flink in de rug bijten. Zoals mijn moeder mij ooit beet. Met daarbij de mededeling: ‘weet je ook hoe het voelt’.

Want ook ik was een bijtertje. Toen ik 4 of 5 was.

Luis Suarez is 27.

2 Juli 2014 gepubliceerd in de HS-krant.

donderdag 26 juni 2014

Neuriën

Niet echt melodieus en zeker niet zuiver…

Neuriënd liet ik de hond uit. Een goed teken. In neurie namelijk alleen als ik compleet ontspannen ben. En dat ben ik niet zo heel vaak. Ik heb altijd wel iets om over na te denken, te prakkiseren of te piekeren.

Het meest ontspannen ben ik, wanneer ik op een van de immense stranden van Terschelling vertoef (en niemand hinder met mijn geneurie).

Verder lukt het me alleen als ik met een koptelefoon op mijn hoofd muziek luister in het donker; het neuriën gaat dan over in een zachtjes meezingen.

Al ben ik ook behoorlijk relaxed bij het voetbal of wielrennen (Tour de France) kijken op tv. Niet zelden resulteert dit in een zacht snurken (in plaats van neuriën).

En zelfs als ik heel lekker eet, wil ik wel eens neuriën. Een – ietwat gênant – overblijfsel van mijn kinderjaren.

De wandeling met de hond ontbreekt in dit rijtje. En toch liep ik te neuriën. Waarschijnlijk associeerde ik (mijn brein) het geluid van een overvliegende scholekster met Terschelling, waar deze vogel zich in grote groepen ophoudt…

Opnieuw: een goed teken. Want over afzienbare tijd ben ik op Terschelling.

En zal ik neuriën dat het een aard heeft.

25 Juni 2014 gepubliceerd in de HS-krant.

vrijdag 20 juni 2014

Achter het behang

Foto: Marc Jansen
Iedere ouder wil zijn kinderen wel eens achter het behang plakken. Ik ben daarin geen uitzondering.

Vorige week bijvoorbeeld vertelde ‘de oudste’ me bij thuiskomst dat haar telefoon gestolen was. Mijn eerste reactie: “Moet je maar zorgvuldiger met je spullen omgaan.”

Reactie 2: “Je krijgt geen nieuwe van ons.”

Een ander voorbeeld, een week eerder.

‘De jongste’ vond dat ‘ie nieuwe voetbalschoenen nodig had. En liet dat veelvuldig weten. Nogal dwingend bovendien. Zelfs op mijn werk was ik niet veilig. WhatsAppjes met vragen als ‘hoe laat kom je thuis?’ of ‘gaan we nog naar ..?’ werden niet geschuwd.

Ik reageerde door passief te blijven, geen nieuwe voetbalschoenen te kopen. En hem en passant toe te voegen een verwend nest te zijn.

Terugblikkend durf ik te stellen dat ik in beide gevallen anders/ beter had kunnen handelen. Dat ik olie in plaats van water in het vuur gooide.

Misschien niet zo gek dat ik geen vaderdagcadeautjes heb gekregen…

P.S. De telefoon van dochterlief is terecht.

18 Juni 2014 gepubliceerd in de HS-krant.

donderdag 12 juni 2014

Oordopjes

Mijn collega’s kennen mij ondertussen niet anders dan met oordopjes in de oren.

Ik luister muziek – via de online muziekdienst Spotify – omdat ik me dan beter kan concentreren. Ik ben namelijk nogal snel afgeleid.

Als een collega tien meter verderop een (telefoon)gesprek voert, luister ik mee. Als tegelijkertijd een andere collega een gesprek met zijn buurman/ -vrouw voert, probeer ik die conversatie ook te volgen.

Staan er mensen te kletsen bij de koffieautomaat, ongeveer drie meter bij mij vandaan: ik luister mee.

Bijkomend nadeel: ik heb de neiging me overal mee te bemoeien. Een eigenschap waarmee ik de populariteitsprijs niet snel zal verdienen. Omdat mijn humor – een tikkeltje cynisch, dat geef ik toe – lang niet altijd goed valt.

De oordorpje zijn er derhalve ook ten faveure van de goede sfeer.

Hoe tegenstrijdig dat ook lijkt.

donderdag 5 juni 2014

Barbecue

Met een barbecue de voetbaljaargang 2013/ 2014 afgesloten.

Plaats van handeling: een zeer ruime tuin in Froombosch. Waar de spelers (en hun broertjes en zusjes) naar hartenlust konden ravotten, tafeltennissen, (voet)volleyballen, trampolinespringen en zwemmen. En waar volop ‘wijn en spijs’ was voor de ouders.

Iedereen blij en tevree. Zoals dat eigenlijk het gehele seizoen het geval was. Hetgeen normaal zou moeten zijn maar, denk ik, best bijzonder is. Omdat de ouders op verschillende vlakken flink van elkaar verschillen.

Waar de één van Duitse Schlagers houdt, luistert de ander liever naar blues. De één is academisch geschoold, de ander vond het na de LTS welletjes. De één hanteert met regelmaat een golfclub, de ander is lid van een motorclub. Er zijn moslims en atheïsten. Getrouwd en gescheiden. Man en vrouw. We hebben bruin, wit en alles wat daar tussen zit. ‘Dikke’ Audi versus een oude fiets. Linkshandig en rechtshandig. Ondernemers en loonslaven.

Sport verbroedert.

donderdag 29 mei 2014

Europa

Foto: dr. Aletta Jacobs College/ Wob Claus
Sinds ik mag stemmen, heb ik altijd gestemd.

De vorige week gehouden verkiezingen voor het Europees Parlement heb ik echter aan mij voorbij laten gaan. En gek genoeg voel ik me daar helemaal niet schuldig over.

Misschien ontbreekt dat schuldgevoel wel omdat we op microschaal wel ‘aan Europa hebben gedaan’. We hadden vorige week namelijk een logé, een donderdag 14 jaar geworden Duitse. Gevolg van de internationale uitwisseling tussen het dr. Aletta Jacobs College en het Otto Hahn Gymnasium uit Geesthacht.

Deel uitmakend van een van de 21 gastgezinnen, ervoer mijn dochter dat er weliswaar verschillen zijn – ‘op onze school is alles zo grijs’, verzuchtte ons logeetje bijvoorbeeld – maar vooral ook heel veel overeenkomsten. Een Duits meisje van 14 heeft dezelfde interesses, probleempjes en eigenaardigheden als een Nederlands leeftijdsgenootje.

Ook leerde ze hoe gemakkelijk het is een woordje over de grens te spreken; opmerkelijk genoeg hebben we de hele week Engels in plaats van Duits gesproken.

Maar de allerbelangrijkste les die ze (we) leerde(n) is dat het goed is gastvrij te zijn. Dat het ‘I think I must cry’ bij vertrek onbetaalbaar is.

donderdag 22 mei 2014

Ongeremd blij

Nee, het lukt me niet ongeremd blij te zijn. Terwijl dat wel zou moeten.

Wat we vorige week niet voor elkaar kregen, lukte nu namelijk wel. We wonnen, sleepten dus drie punten in de wacht en stelden de tweede plaats achter kampioen FC Groningen D2 veilig.

Gevolg: promotie naar de 1ste divisie, de hoogste klasse in het D-pupillenvoetbal. Een historische prestatie die mij van trots vervult. Dat wel.

Echte vreugde ontbreekt omdat ik maar al te goed weet dat we eigenlijk niets te zoeken hebben op het niveau van de 1ste divisie. Omdat we er negen of tien keer op de oudste D-pupillen van een betaald voetbalorganisatie stuiten. Tegenstanders derhalve die niet alleen meer talent herbergen, maar ook nog eens fysiek sterker zijn – wij hebben ook eerstejaars D-pupillen in de gelederen – en vaker (onder waarschijnlijk beter gekwalificeerde trainers) trainen…

Omdat promoveren verplicht is (zegt ‘Zeist’), heb ik overwogen zaterdag met een ‘circusopstelling’ aan te treden. Opdat we zouden verliezen.

Ik hield het echter bij die gedachte. Omdat ik, net als de spelers, van winnen houd.

En daar wringt ‘em volgend seizoen de schoen…

woensdag 14 mei 2014

Uitslagenoverzicht

Natuurlijk kan ik het wel relativeren. Het is maar voetbal…

Toch baalde ik flink van het (voorlopig) mislopen van promotie met mijn pupillenteam. Waar een minimale overwinning had volstaan, keerden we zaterdag, ondanks een groot aantal honderd procent-kansen, met legen handen terug uit Heerenveen…

Zelfs op zondag zat het nog ‘in mijn systeem’. Later die dag echter, hoorde ik van en las ik over het feit dat het eerste elftal van VV Nieuweschans volgend seizoen niet uitkomt in de standaardklasse van de KNVB. En dat was schrikken. Want hoewel al zeker 25 jaar niet meer woonachtig in (Bad) Nieuweschans en even lang niet meer actief in het zwart-wit, blijft dat natuurlijk wel mijn cluppie.

Immers, dáár heb ik leren voetballen. Dáár ben ik van voetbal gaan houden. Dáár voetbalde ik met mijn vrienden. Dáár werd ik kampioen met de C’tjes. Dáár debuteerde ik op mijn veertiende in het eerste elftal…

Maar, en dat besef ik heel goed, veel erger is het voor al die mensen die nog wél aan de club verbonden zijn. Voor de mensen die zich vaak al decennia met hart en ziel inzetten voor de club.

Ik hoop dan ook van ganser harte dat ze de boel weer op de rails krijgen. En dat ik VV Nieuweschans slechts een jaar hoef te missen in het uitslagenoverzicht van de krant.

Tot die tijd ben ik stiekem fan van clubs als Juventus, Newcastle United en Botafogo. Clubs met de juiste kleuren.

woensdag 7 mei 2014

Afscheid

Met bonkende slapen keer ik het crematorium de rug toe.

We hebben zojuist afscheid genomen van onze buurvrouw. Na ruim drie jaar heeft ze het onderspit moeten delven in een ongelijke strijd met die verschrikkelijke ziekte met de letter K.

Eenmaal thuis geven we toe dat we haar eigenlijk nauwelijks kenden. Hoewel we tien jaar buren waren, bleef ons contact beperkt tot een (oprecht) vriendelijke groet en een incidenteel praatje over koetjes en kalfjes.

En toch moest ik flink op mijn kiezen bijten om het bij het afscheid droog te houden.

Omdat het verdriet doet mensen verdriet te zien hebben.

Omdat overduidelijk was dat haar man, haar drie kinderen, haar moeder, haar beide broers en veel andere familieleden haar verschrikkelijk zullen missen.

Zijn vrouw, hun moeder, haar dochter, hun zus, hun tante en hun nicht.

Onze buurvrouw.

Ik had haar graag wat beter leren kennen.

woensdag 30 april 2014

Vergeten

De wekker gaat.

Zoals ik dat gewend bent de doen, sta ik onmiddellijk op. Slaapdronken begeef ik me naar de badkamer, schiet met mijn duffe kop een trainingsbroek aan en ga naar beneden.

Ik haal de krant uit de bus en neem plaats op het toilet. Het lezen valt me echter zwaar. Hoe ik ook met mijn ogen knijp, ik kan niet scherp stellen.

Wat is er in hemelsnaam aan de hand?

Het antwoord komt even snel als onverwacht. Wanneer ik flink in mijn ogen wrijf, valt er iets op mijn linker bovenbeen: een lens.

Conclusie: ik ben de avond tevoren vergeten mijn lenzen uit te doen.

Ruim een uur later, ik ben net op mijn werk, krijg ik berichtje van vrouwlief. Niet, zoals normaal, via WhatsApp maar via Facebook Messenger, meldt ze het volgende: ‘Lekker rustig zeker zonder telefoon!’.

Ik graai naar mijn broekzak en mis inderdaad mijn telefoon. Ook al vergeten…

De moraal van dit verhaal?

Geen idee.

Vergeten, waarschijnlijk.

donderdag 24 april 2014

Ontzag

Wat is dat toch? 

Waarom manoeuvreren wij noorderlingen ons in de underdogpositie zodra we het tegen westerlingen opnemen? En hoe kan het dat niet alleen volwassenen maar zelfs kinderen dat doen?

Ik maakte het paasmaandag weer eens van dichtbij mee. Met mijn pupillenteam speelden we een toernooi in Ede. Na een stroeve start – misschien niet onlogisch na een twee uur durende reis – raakten we steeds beter in vorm, wonnen we steeds gemakkelijker en bereikten we (via het Groninger Be Quick) de finale.

Baas


Tegenstander in de eindstrijd was FC Amsterdam. En hoewel we in de poulefase afgerekend hadden met teams uit bijvoorbeeld Barendrecht en Alphen aan den Rijn, was het ontzag voor de Randstedelingen groot. “FC Amsterdam is baas, man”, gaf een onzer spelers, zwaar onder de indruk van de snelheid en het postuur van onze tegenstanders, bijvoorbeeld te kennen.

Het was dan ook niet verwonderlijk dat de Amsterdammers het initiatief namen. Of liever: dat wij ons terug lieten dringen.

Kans


Na een paar minuten bleek echter dat het fysiek wel allemaal indrukwekkend was, maar dat er technisch ook wel het een en ander aan schortte bij onze tegenstanders. En dat we gewoon kans maakten de finale te winnen…

Uiteindelijk bleef het 0-0 en moesten strafschoppen de beslissing brengen. Dat liep helaas niet goed af. Wij misten de tiende strafschop en moesten dus de winst aan FC Amsterdam laten.

Ontzag


Maar het ontzag was weg. Wij noorderlingen kunnen ons gewoon meten met die westerlingen. Zoals ook mensen uit het oosten des lands dat kunnen. Nietwaar, PEC Zwolle?!

donderdag 17 april 2014

Lieflijk en liefdevol

Vanuit de kantine (officieel: bedrijfsrestaurant) hadden we een prachtig zicht op een heel ijverige meerkoet.

De vogel bouwde een nest, een soort eiland in het midden van de vijver.

We zagen hem/ haar – uiterlijke verschillen zijn er niet, leert Google – geconcentreerd de omgeving scannen. Om vervolgens in hoog tempo door de vijver te zwemmen, rietstengels te verzamelen en deze heel zorgvuldig een plekje te geven.

Een prachtig, lieflijk schouwspel…

Zwaan


Later diezelfde dag een ander voorval. Met opnieuw een vogel. Een zwaan – de mannelijke helft van het stelletje dat iedere winter in een vijver in onze woonwijk bivakkeert – stond midden op de weg en was overduidelijk slecht geluimd. Bij iedere passerende fietser maakte hij zich groot, kwapwiekte hij dat het een aard had en liet hij luid blazend en ‘pikkend’ weten geen zin in voorbijgangers te hebben. Zelfs een grote Volkswagen-bestelbus kreeg ervan langs…

De zwaan vertoonde al met al een sterk staaltje territoriaal gedrag. Waarschijnlijk omdat mevrouw zwaan heel dichtbij zat te broeden.

Waarmee ook de zwaan zich dus vooral zorgzaam opstelde. Liefdevol zelfs, maar zeker niet lieflijk.

donderdag 10 april 2014

Gestaakt

Een in Groningen woonachtige collega had aangekondigd in Hoogezand te moeten voetballen. Reden voor mij om zondag al om 11.00 uur langs de lijn te staan.

Ik ben vervolgens getuige van een wedstrijd tussen twee totaal verschillende ploegen. De thuisploeg bestaat uit dertigers en veertigers die al enkele (of meer) jaren over hun sportieve hoogtepunt heen zijn. De gasten zijn veel mindere getalenteerd twintigers en dertigers die zelfs tegen hun gemiddeld veel oudere tegenstanders alle zeilen bij moeten zetten om gelijke tred te houden. Gemeen hebben ze, zoveel is wel duidelijk, de liefde voor het spel.

Groot is dan ook mijn verbazing dat dit schijnbaar onschuldige potje voetbal uit de hand loopt. Nadat eerder een van de wisselspelers van de gasten een rode kaart kreeg voor het beledigen van de scheidsrechter – alsof deze er iets aan kon doen dat de broer van deze wisselspeler zich zwaar blesseerde bij een op het oog onschuldige actie – wordt de wedstrijd gestaakt als iemand zich in woord en gebaar opwindt over een niet bestrafte overtreding. Met het opstootje dat hierop volgt, is voor de arbiter de maat vol.

Ondertussen vraag ik mij af wat mijn ook aanwezige zoon hiervan vindt. Hoe leg ik dit straks uit..?

Hij haast zich echter al in de richting van een der doelen. Blij dat het veld eerder vrij komt…


donderdag 3 april 2014

Nieuwe skeelers

Terug in Hoogezand – we hebben met een hapje en een drankje de 69ste verjaardag van mijn vader gevierd – laat ik direct de hond even uit. En dat is bepaald geen straf met deze weersomstandigheden.

Al weer bijna thuis skeelert ons een jongetje tegemoet. Hij draagt een voetbalshirt van FC Barcelona, een trainingsbroek, kniebeschermers én grote witgroene skeelers.

Enkele meters voor ons komt het jongetje ten val.

“Schrok je van me?”, vraag ik.

“Nee, hoor ik valde gewoon”, antwoordt hij.

Hij krabbelt weer op, begint weer te skeeleren en blijft praten: “Ik heb nieuw skeelers. Ik zou nieuwe skeelers krijgen als ik mijn diploma C heb. Maar ik moet volgende week afzwemmen. En dan mag ik ook op een andere sport. En we gaan patat eten.”

Lachend loop ik door. Tien meter verderop kijk ik nog eens om: “En ik ga op voetbal”, roept het joch.

Jammer dat we die spontaniteit met het verstrijken der jaren verliezen, hè?!

donderdag 27 maart 2014

Spooktocht

“Eén voor allen, allen voor één”, brullen ze.

De armen stevig om elkaar heen geslagen.

Stapje voor stapje bewegen ze zich voorwaarts door het donkere bos.

Tien meter verderop hebben ze iets van hun bravoure terug. Het ‘G’, ‘kill’ en ‘ik zweer’ is niet van de lucht. Ze zullen ‘ze’ wel even te grazen namen.

Maar een paar tellen later staan ze al weer stil.

“Daar beweegt iets.”

“Daar zit iemand.”

“Ze lopen rondjes.”

Om schreeuwend in zes verschillende richtingen weg te rennen, als daadwerkelijk een ‘monster’, ‘zombie’ of ‘spook’ uit de bossen tevoorschijn komt…

Elkaar daarna snel weer opzoekend. Omdat ze samen sterker zijn dan alleen. Dapperder, in ieder geval.

Spooktocht


Ik had zaterdagavond het genoegen zes 11-, 12- en 13-jarige stoere voetballers te begeleiden tijdens een spooktocht door het donkere en drassige Drevenbos.

Zelden zo gelachen.

Maar ook: teambuilding in optima forma.

donderdag 20 maart 2014

Pennenlikker

De pijn in mijn heup/ liesstreek is structureel – daarover schreef ik eerder.

Nu word ik echter ook gehinderd door een pijnlijke rug, beurse knieën (zowel in- als uitwendig) en spierpijn in billen, hamstrings, borst en allerlei plaatsen in mijn buik. Zelfs mijn handen en vingers doen zeer: ze zijn stijf en vertonen lichte blaarvorming.

Oorzaak van al dit ongemak: ik heb geklust.

Dochterlief was, na twaalf jaar in hetzelfde bed geslapen te hebben, hard toe aan een nieuwe.

En ik heb dat nieuwe bed – een bouwpakket – in elkaar gezet. Zonder problemen eigenlijk, op wat ‘we moeten-een-onderdeel-ruilen-stress’ na.

Een prestatie van formaat voor een niet zo heel handig iemand als ik, vind ik.

Alleen het lichaam sputtert tegen. Dat is dan ook vooral gewend aan toetsenborden, muizen, kladblokken en pennen. En niet aan schroevendraaiers en andere gereedschappen waarvan ik de namen niet eens ken.

Inderdaad, ik ben een pennenlikker.

donderdag 13 maart 2014

Trillend van angst

We hadden ze al zien zitten, een paar stoeltjes verderop. Enkele tientallen breedgeschouderde, rijkelijk getatoeëerde mannen die zich daar bij andere wedstrijden niet ophouden.

Als de Groningen Fanatics het fijngevoelige ‘Alleen homo’s lopen hand in hand’ inzetten, wordt bevestigd wat we al dachten. Het ‘Rotterdam hooligans!’ laat niets aan onduidelijkheid over.

Zoals binnen een paar tellen ook helder wordt dat noch de Rotterdammers noch de fanatieke supporters op de Z-side van plan zijn het bij wat verbale pesterijen te laten. Het testosteron spat de Rotterdammers uit de oren en een verdieping lager, op circa veertig meter, proberen Z-siders zich via de lage afscheiding bij het veld naar de naastgelegen vakken te bewegen.

Voor ons – mijn schoonvader en ik – het sein Vak JJ te verlaten. Omdat we, menen we, niet voor de veiligheid van mijn kinderen (12 en 13 jaren jong) in kunnen staan. Want stel je voor dat die Z-siders erin slagen via het trappenhuis naar boven te komen…

Met het hart in de keel dalen we de trappen af. Om op de omloop te zien dat de Z-side bijna door een glazen afscheidingswand breekt. Reden om ons nog verder uit de voeten te maken. Richting de andere kant van het veld. Waar we nog even naar de wedstrijd kijken.

De lol is er echter af. Zeker als zoonlief, letterlijk trillend van angst, zegt het liefst naar huis te willen.

Dat doen we dan maar. Graag zelfs…

donderdag 6 maart 2014

Volksclub

Dat Sven Kramer na zijn diskwalificatie vertelde ‘vijf meter voor de streep te zijn gefinisht’, kan ik nog begrijpen.

Zelfs bij het ‘jij hebt een gezicht van een Ajax-supporter’ van Graziano Pellè tegen Jan-Joost van Gangelen kan ik me nog iets voorstellen.

De beide sportmannen deden deze uitspraken namelijk kort na een zwaar teleurstellende gebeurtenis. Vol adrenaline. Nauwelijks voor rede vatbaar.

Van hetgeen Hans Nijland zaterdag in Dagblad van het Noorden liet optekenen, begrijp ik echter niks: “FC Groningen is een volksclub. Daar hoort echt gras bij.”

Kunstgras is, zoveel is duidelijk, (nog) geen optie voor de FC Groningen-directeur. Omdat dit in zijn ogen dus niet bij een volksclub past. Daarmee streept hij niet alleen ADO Den Haag, Cambuur Leeuwarden, Heracles en PEC Zwolle weg als volksclub (zij spelen immers wél op kunstgras), ook pretendeert hij te weten wat ‘het volk’ wil.

En dat waag ik te betwijfelen. Ik denk namelijk niet dat ‘het volk’ er blij van wordt dat de club zijn grootste talenten verkoopt nog voordat ze definitief doorgebroken zijn. Enkel en alleen omdat de transferinkomsten nodig zijn om de financiële huishouding op orde te houden.

En ondertussen ‘het volk’ 2 euro laten betalen voor een kopje koffie.

donderdag 27 februari 2014

Normale verhoudingen

“Schriefst er niks over, hè?!”, werd mij bij het verlaten van het veld toegevoegd.

Het spijt me. Ik kan het niet laten…

Want we – zoals inmiddels gevoeglijk bekend, train en coach ik een pupillenteam – hebben zaterdag met 4-3 gewonnen van FC Groningen D2, de eerstejaars D-pupillen van FC Groningen. En dat was mooi. Prachtig zelfs.

Niet alleen op prestatief gebied. Wat mij vooral ook bij zal blijven, zijn die koppies na afloop, bij het aanheffen van het feestgezang. Dertien gezichten, waarvan pure, oprechte vreugde afspatte. “Waar is dat feestje? Hier is dat feestje!”

De blijdschap was natuurlijk zo groot omdat een dergelijke overwinning in strijd is met de normale verhoudingen. We wonnen van een sterker geachte tegenstander.

Aan de andere kant, wanneer zijn de verhoudingen normaal? Facebook betaalt 13,8 miljard voor de overname WhatsApp, terwijl Oekraïne – een heel land – afhankelijk is van 15 miljard van Rusland om een faillissement te voorkomen…

Niet normaal. Of toch?

donderdag 20 februari 2014

Broodroof

Hè hè, we hebben een rel(letje).
Shorttrackster Jorien ter Mors won de Olympische 1500 meter lange baanschaatsen. Haar coach Jeroen Otter liet vervolgens in een interview weten dit goud graag in te ruilen voor goud, of zelfs zilver of brons, bij het shorttracken. En ook Jorien zelf verklaarde liever goud op de 1500 meter shorttrack te hebben gewonnen (ze werd vierde).

Deze opmerkingen waren tegen het zere been van de heren en dames van het lange baanschaatsen. Ex-schaatser Rintje Ritsma oordeelde dat Otter een ‘klap van de molen’ moest hebben gehad. En ook Ireen Wüst gaf later die dag, in Studio Sportwinter, aan Jorien niet te begrijpen.

En dat is voorstelbaar. Want je zult je maar het hele jaar (obsessief) het apelazarus werken om je gouden medaille weggekaapt te zien worden door iemand die het lange baanschaatsen als een bijprogramma beschouwt.

Je zult maar een televisie-interview afzeggen omdat dat je voorbereiding op de 1500 meter verstoort, om vervolgens te verliezen van iemand die daags voor die bewuste 1500 meter nog drie 1500 meters reed op de shorttrackpiste…

Het heeft ook iets van broodroof…

Straks pakken de sponsors de lange baanschaatsers nog hun buitenlandse trainingskampen af. Denken die sponsors dat het helemaal niet nodig is de lange baanschaatsers zo optimaal mogelijk te faciliteren. Zeggen ze: laat ze maar gaan shorttracken (zoals Jorien ter Mors), inlineskaten (zoals Michel Mulder) of marathonschaatsen (zoals Jorrit Bergsma)…

donderdag 13 februari 2014

Koning en koningin

Wat zijn we goed, hè?

Amper drie dagen onderweg en al drie keer goud in de pocket. Én twee keer zilver en twee keer brons. Koren op de molen van mijn chauvinistische ik.

Op moment van schrijven hebben we zeven van de negen schaatsmedailles veroverd. Zelfs op de sprintnummers. Waarmee het schaatsen een soort korfbal lijkt te zijn geworden. Ook een sport waarin we heersen. Een niet-Olympisch sport…

Ik kan me niet voorstellen dat het Internationaal Olympisch Comité (IOC) heel blij wordt van al dat goud voor de Oranje equipe. Zoals het dat hoogstwaarschijnlijk ook niet werd van de opmerking van Sven Kramer dat het niveau van het Olympisch kwalificatietoernooi in Nederland hoger was dan dat van de Olympische 5000 meter.

Vrees


Ik vrees dan ook voor de toekomst van het schaatsen. Stel je voor dat het IOC het schaatsen zijn Olympische status afneemt… Misschien moeten Sven en Ireen Wüst zich in het restant van het toernooi maar een beetje inhouden. Opdat het goud dat zij en Michel Mulder al veroverden niet de laatste Olympische schaatsmedailles ooit zijn.

Aan de andere kant: dan moeten we het in het vervolg van de Spelen ook zonder die fantastische beelden van onze (echte) koning en koningin stellen…

Go Sven! Go Ireen!

donderdag 6 februari 2014

Woonkamerkerk

Zaterdag naar het concert van Eefje de Visser in de Koepelkerk in Sappemeer geweest.

En dat was genieten geblazen. Van de muziek van Eefje (en band) bijvoorbeeld, maar ook van de gastvrijheid van organisator Noordmuziek – ontvangst met zeebanket, en kaas, worst en nootjes in de pauze.

Maar stiekem vond ik de stiltes het mooist.

Bij elk nummer wachtte het publiek geduldig tot de laatste noot gespeeld was. Vervolgens leken alle aanwezigen een moment de adem in te houden, alvorens in applaus los te barsten.

Die seconde (of twee) tussen het wegsterven van de muziek en het aanzwellen van het applaus had iets intiems. Pas als Eefje met haar rechterhand even haar neus aanraakte of een haarlok uit het gezicht veegde, gingen de handen op elkaar. Alsof ze met dat kleine gebaar haar goedkeuring gaf…

Eefje en het publiek leken elkaar te begrijpen, leken voor elkaar bestemd. Met dank aan de bijzondere sfeer en akoestiek in de kerk, door de zangeres van dienst omschreven als ‘woonkamerkerk’ (“en ik houd van woonkamers”).

Haar ‘applaus voor de kerk’ was dan ook gemeend. Daarvan ben ik overtuigd.

donderdag 30 januari 2014

Ziek

Verdriet? Angst? Boosheid?

Wat gaat er door je heen je wanneer je vader je door de telefoon vertelt dat het niet goed is? Dat je moeder leukemie heeft…

Tot vorige week zou ik bovenstaande vraag niet kunnen beantwoorden. Nu weet ik dat ik een dergelijke boodschap me noch verdrietig of angstig, noch boos maakt. Ik word er vooral zenuwachtig van.

Waarvoor precies, weet ik niet. Voor de reactie (het verdriet) van mijn kinderen, mijn zusje en mijn vader? Voor de angst voor de dood van mijn moeder, misschien?

Ik zou het echt niet weten. En misschien moet ik mijn zenuwen ook niet wíllen kunnen verklaren. Moet ik me erbij neerleggen dat mijn moeder ziek is en dat ik daar nerveus van word.

Maar mag ik hier wel de hoop uitspreken dat die spanning nog wat afneemt? Ze heeft namelijk de chronische, en dus behandelbare, variant. En kan dus, hopelijk, nog vele jaren mee.

29 Januari 2014 gepubliceerd in de HS-krant.

donderdag 23 januari 2014

Gillende meiden

Het begon met Elvis. Later had je The Beatles en The Stones.

Mijn generatie moest het doen met Doe Maar. Daarna achtereenvolgens Duran Duran, Take That en Justin Bieber. En nu: MainStreet.

Het is overduidelijk van alle tijden. Maar ik heb het nooit begrepen; dat gegil van 13-, 14-jarige meisjes bij het zien van hun favoriete artiesten…

Zaterdag ging mijn dochter van 13 met een vriendin naar het gratis optreden van MainStreet in Groningen. Ze namen de trein van 09.20 uur, waardoor ze een plek vlakbij het podium hadden. Het concert begon immers pas om 13.00 uur.

Heel veel meer dan dat ze ‘een super leuke dag’ gehad heeft, heeft ze (mij) niet verteld. Ja, dat ze niet zo gegild heeft als al die andere meisjes. Om vervolgens een geluidsopname te laten horen…

Niet heel veel later zagen we diezelfde gillende meiden op het Jeugdjournaal.

En ik begreep het nog steeds niet. Ik zag vier heel normale jongens die toevallig goed kunnen zingen.

Ik reken nu op veel gegil bij de eerstvolgende thuiswedstrijd van ‘mijn’ pupillenteam. Dat bestaat uit niet minder dan dertien heel normale jongens die toevallig goed kunnen voetballen.

donderdag 16 januari 2014

Woonwinkel

Hij is bepaald geen shopaholic.

Hij moet dan ook alle moed bij elkaar rapen om met zijn vrouw naar het in Groningen gevestigde Zweedse woonwarenhuis te gaan. Op de Sontweg in Stad aangekomen krijgt zijn humeur een flinke knauw. Het blijkt wel heel erg lastig een plekje om te parkeren te vinden.

Maar het lukt. Ver verwijderd van de ingang van het woonwarenhuis, dat wel.

Toch klaart zijn humeur al snel weer op. De voetgangersroute naar de ingang van de winkel voert immers binnendoor en wordt bijzonder goed aangegeven.

En eenmaal binnen valt het ook allemaal wel mee. Zeker, het is smoordruk, maar niemand loopt écht in de weg. Bovendien is de zo gewenste lamp snel gevonden en valt het ook wel mee met de rij voor de kassa…

In de auto steken hij en zijn vrouw de loftrompet over de Zweedse woongigant. Een geoliede machine, noemt hij hem zelfs.

Thuis aangekomen zijn ze snel uitgetrompetterd. De lamp in een vloek en een zucht gemonteerd. Stekker in het stopcontact en branden maar. De lamp blijft echter knipperen nadat ze is uitgezet. En enkele minuten later doet ze het zelfs helemaal niet meer.

Zuchtend en vloekend wordt de lamp gedemonteerd. Waarna hij vrouw en dochter naar Groningen laat gaan om de lamp te ruilen.

De moed is hem opnieuw in de schoenen gezonken.

Definitief?

donderdag 9 januari 2014

Vuurwerk

Afgaande op de vele berichten in de social media en de gesprekken op straat, hebben veel mensen het vuurwerk voor de meest recente jaarwisseling in Duitsland gekocht. Wij kochten het ‘gewoon’ in Nederland, in Hoogezand zelfs. Daags voor Oud en Nieuw.

Zonder plan, laat staan kennis van zaken, kruisten we een paar items aan. In overleg met zoonlief – onze grootste voorstander van kopen van vuurwerk – maar met de hand (een beetje) op de knip. We wilden er toch niet al te veel geld aan spenderen.
Spijt

Toen ‘het grote afsteken’ aan de gang was, hoorde en zag ik dat onze rotjes minder hard knalden en onze vuurpijlen minder hoog reikten en minder spektakel brachten dan die van de buren die wél in Duitsland geshopt hadden. Tot mijn spijt.

Echter, uithijgend van alle opwinding sprak zoonlief van een fantastische Oud en Nieuw. Hij had genoten van zijn vuurwerk en wekte geenszins de indruk zich tekort gedaan te voelen.

Toch overweeg ik sterk me voor de volgende jaarwisseling iets beter voor te bereiden…